Samen met de Gelderse Natuur en Milieu Federatie, Stichting IJssellandschap en Stichting Hogenenk heeft Vereniging Bomenbelang Rijkswaterstaat opgeroepen eerst uit te zoeken welke kapwerkzaamheden noodzakelijk zijn om de hoogwaterveiligheid langs de IJssel te garanderen voordat de kaalslag eind augustus aanvangt. Volgens de genoemde partijen heeft de voorgenomen kap van bomen en struiken aan beide zijden van de IJssel over de gehele lengte van de rivier slechts een marginaal effect op de doorstroming. Eén van de mooiste rivierlandschappen in Nederland zou echter door deze werkzaamheden blijvend kapot gemaakt worden.Afgelopen juli gaven vereniging Natuurmonumenten en de gemeenten Arnhem, Rheden, Westervoort en Zevenaar al aan een denkpauze nodig te vinden in verband met hun eigen plan voor een Rivierklimaatpark IJsselpoort.

Rijkswaterstaat is momenteel onder andere bezig met het terug leggen van de dijk bij Cortenoever (tussen Zutphen en Brummen). Tussen Veesen en Wapenveld komt een hoogwatergeul. Ook laat de rijksdienst diverse nevengeulen graven in de uiterwaarden van de IJssel. Deze werkzaamheden hebben al veel groen gekost én cultuurhistorie. Maar deze plannen leverden nog natuurwinst op ter compensatie en bovendien een flinke waterstandsverlaging. De nieuwe plannen onder de naam ‘Stroomlijn’ zijn volgens Rijkswaterstaat toch nodig, omdat de rivierverruimingswerkzaamheden onvoldoende soelaas zouden bieden bij hoog water. Daarom wil de dienst het liefst alle bosschages, struiken, heggen en bomen verwijderen. Deze zouden de doorstroming alleen maar afremmen.

Bomenbelang wil, evenals de genoemde andere partijen, dat Rijkswaterstaat eerst fundamenteel onderzoek gaat verrichten naar het nut en de noodzaak van het verwijderen van zo veel groen langs de IJssel. Het effect van de kapwerkzaamheden zou wel eens bijzonder marginaal kunnen zijn, terwijl het effect op het landschap dat door de provincie en de plaatselijke VVV’s zo bejubeld wordt, dramatisch groot zou kunnen zijn.

Inmiddels heeft Vereniging Bomenbelang een officiële zienswijze ingediend bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu, waaronder Rijkswaterstaat valt. Die zienswijzen moesten voor 12 augustus ingediend worden.

Naar verwachting in september zal het ministerie van Infrastructuur en Milieu reageren op alle ingediende zienswijzen. Dan wordt duidelijk of de zienswijzen hebben geleid tot een aanpassing van de plannen. Tegen die definitieve besluiten staat de mogelijkheid van beroep open.