Op 7 juli ontving de gemeente een aanvraag voor een kapvergunning voor een beuk voor het huis Stationsstraat 17 in Zelhem. De boom met een stamomtrek van ruim 3 meter is aan het afsterven. Volgens de bewoners van het huis vormt hij daardoor een gevaar voor het verkeer en henzelf in de tuin. Ze willen op de vrijkomende plek kleinere bomen planten. Aan de straatkant staan nu alleen forse bomen.

De kapaanvraag is openbaar gemaakt op 14 juli.

Een dag eerder, op 13 juli, neemt de gemeente reeds het besluit tot het verlenen van een (nood)kapvergunning. Uit de gemeentelijke bomenschouw blijkt dat de boom niet meer gezond is en in slechte conditie verkeert. De beuk is voor de helft dood (de bovenste helft van de kroon) en de onderste helft is aan het afsterven. Er beginnen grote dode takken naar beneden te vallen in de tuin van de aanvrager en het openbaar voetpad, waar veel gebruik van wordt gemaakt. De boom vormt dan ook door de gezondheidstoestand een risico voor de directe omgeving.

Aan de kapvergunning, die op 17 juli gepubliceerd is, zit de voorwaarde vast dat de eigenaar binnen een jaar een linde, beuk of esdoorn plant.