In onze gemeente wordt al jaren op verschillende manieren de eikenprocessierups bestreden. Het gericht verwijderen van de nesten door ze weg te zuigen is de enige methode die verder geen schade doet. Want de massale bestrijding met andere methoden: gif, aaltjes of bacteriepreparaat (Xentari) is niet goed voor de biodiversiteit. Bij deze methoden worden ook alle andere rupsen gedood. Dat betekent dat de natuurlijke vijanden van de Eikenprocessierups een paar weken geen voedsel kunnen vinden. De jonge Koolmezen sterven dan van de honger in de nestkast. Bestrijding met deze middelen werkt dus averechts, want van de natuurlijke vijanden moeten we het hebben. Vogels, parasitaire vliegen en sluipwespen helpen mee om de rupsenpopulatie binnen de perken te houden.

Hoe hoger de biodiversiteit, hoe meer verschillende vijanden van de Eikenprocessierups, hoe minder kans op een plaag. Daarom hieronder een overzicht van mogelijke maatregelen vanuit het perspectief van versterking van het ecosysteem:

  • Variatie in boomsoorten.

De eik hoort hier thuis. Is een boom van de zandgronden. Maar meer variatie in de boomsoorten langs wegen zal effect hebben op het gemak waarmee de eikenprocessierups zich zal verspreiden. Kies meerdere inheemse soorten, omdat deze soorten sterk en weerbaar zijn.

  • Mezenkasten

Het plaatsen van nestkasten voor Koolmezen is prima, de mezen eten de rupsen. Maar ook buiten de piek van de eikenprocessierups hebben Koolmezen eten nodig. Dus ook veel andere soorten rupsen. Dan helpen een gevarieerde struiklaag en andere boomsoorten ook.

Maar het hoeft niet bij Koolmezenkastjes te blijven. Andere holenbroeders eten ook graag rupsen en zijn ook gebaat bij extra nestgelegenheid. Dus ook graag kastjes voor Bonte vliegenvanger, Boomkruiper, Pimpelmees, Gekraagde Roodstaart, Boomklever, Kauw. Goede zelfbouwtekeningen zijn te vinden op de website van de Vogelbescherming.

  • Help de Vleermuizen.

Vleermuizen eten geen rupsen, maar wel nachtvlinders. Gelukkig hebben we hier in de omgeving nog best veel vleermuizen, maar ook die kunnen nog wel wat hulp gebruiken. Allereerst de vleermuiskasten. Door op de juisten plekken aan laanbomen en gevels vleermuiskasten op te hangen kunnen we gebruik maken van hun vermogen om heel veel vlinders te vangen. Bouwtekeningen zijn op internet volop te vinden.

Wat de vleermuizen ook helpt is het beschermen en versterken van singels, houtwallen en laanbomen. Vleermuizen vliegen graag in de luwte van bomen zowel om daar te jagen op insecten als om vanuit hun slaapholen/kasten naar de plaatsen te vliegen waar ze op jacht gaan.

  • Stimuleer de parasieten.

Ecologisch beheerde bermen en gazons, met veel bloemen, zijn erg belangrijk om de eikenprocessierups binnen de perken te houden. Bloemen trekken insecten en die bestrijden op hun beurt weer de eikenprocessierups.

Dat vraagt om een andere kijk op groen. Het als gazon maaien van bermen lijkt mooi voor het oog, maar voor de biodiversiteit is het een ramp, want aan veel soorten wordt zo leefgebied ontnomen.

  • Zorg voor schaduw

Jonge eikenprocessierupsen houden van de warmte. Ze zitten graag (onder) op een boomstam lekker in het zonnetje. Door de boomstam beschaduwd te laten, maak je de omstandigheden minder geschikt voor de jonge rupsen. Dat kan door:

    • Begroeiing rondom en op de stam niet weg te maaien:
    • Klimop laten zitten,
    • Struiken aanplanten
    • Niet hoog opkronen (alleen aan de rijbaankant tot de wettelijk vereiste hoogte)

Al dit soort maatregelen helpen ook veel ander soorten aan extra leefgebied en maken het systeem robuuster.

Alles wat bijdraagt een het vergroten van de diversiteit aan soorten helpt ook om de populatie van de eikenprocessierups binnen de perken te houden. Wat we nodig hebben is de herwaardering van wilde planten en struiken, in tuinen en langs de wegen!