Rijkswaterstaat is begonnen met het kappen van bomen in de binnenbochten van de IJssel en in de buurt van kribben. De bomen en struiken belemmeren volgens de rijksdienst het uitzicht van de schippers op de rivier. Ook zouden ze voor een een verhoogd risico op overstromingen zorgen. In principe verdwijnen alle bomen in de zichtlijnen.
Omdat Rijkswaterstaat ook wel het belang inziet van het groen langs de rivier, blijven de beeldbepalende bomen staan. Ook zogeheten bakenbomen laat Rijkswaterstaat ongemoeid. Deze bomen benadrukken de loop van de rivier en zijn juist van groot belang als de kribben en uiterwaarden onder water lopen.
Voor het kappen van de bomen heeft Rijkswaterstaat een vergunning inzake de Natuurbeschermingswet. Mochten er in de bomen nog vogels zitten, dan moet de aannemer wachten totdat die uitgevlogen zijn voordat hij ze mag omzagen.
De werkzaamheden zijn in Kampen begonnen en schieten met een gemiddelde snelheid van 1 kilometer per werkdag aan beide zijden van de IJssel op richting zuiden (Westervoort). Het betreft ongeveer 100 kilometer in totaal.
Deze kapwerkzaamheden staan los van de kap van zo’n 1000 hectare aan bomen en struiken in de uiterwaarden van de IJssel (volgens het zogeheten plan Stroomlijn). Hiermee is op 25 juli begonnen in een vijftal gemeenten langs de IJssel. Die werkzaamheden moeten eind dit jaar afgerond zijn.