Dat we als Vereniging Bomenbelang Bronckhorst zuinig willen zijn op onze bomen mag duidelijk zijn. De explosie van de eikenprocessierups vraagt echter om maatregelen. Kappen van de eiken zou je alleen niet moeten willen, maar wat kun je verder doen?
Zorg allereerst voor gezonde natuur en een hoge biodiversiteit. Hoe complexer het ecosysteem, des te minder kans dat een bepaalde soort ineens explosief toeneemt.
En bescherm de hele groeiplaats van de eik tegen bodemverdichting, tegen verdroging en tegen vermesting. Wees terughoudend met snoeien en opkronen.
Wat zijn de mogelijke maatregelen?
Bevorderen kruidenrijke bermen door aangepast bermbeheer
Een gevarieerde kruidenvegetatie biedt leefmogelijkheden voor de sluipvliegen die op eikenprocessierups parasiteren. Het maaibeheer moet dus aangepast worden: afvoeren van het maaisel; voedselarme bermen herbergen meer bloeiende planten.
Niet klepelen, maar maaien en afvoeren.
Geen maaizuigcombinaties: daarmee verdwijnen alle zaden en insecten. Je verwijdert dan heel efficiënt zowel de parasieten op eikenprocessierups maar ook het voedsel voor de vogels die de rupsen zelf eten én het voedsel van de vogels en vleermuizen die de vlinders eten.
Voorkom het vroegtijdig of te veel maaien van bloemrijke bermen. Zorg altijd voor een deel ruige en bloeiende berm.
Binnen de bebouwde kom is het verstandig om het gazonbeheer af te schaffen en over te gaan op de ontwikkeling van kruidenrijke vegetaties met maaibeheer op maat.
Zorg voor beschaduwing van de stam(voet)
Eikenprocessierupsen zitten graag aan de zuidkant van de stam in het zonnetje. Schaduw op de stamvoet door struiken en klimplanten (zoals klimop en kamperfoelie) maakt deze minder aantrekkelijk. Bovendien bieden struiken meer voedsel voor vogels die immers niet het hele jaar van de processierups kunnen leven en ook ander voedsel nog hebben.
Snoei de boom niet hoog op. Lage takken zorgen voor extra schaduw. Bovendien: hoe meer bladmassa, des te groter het leefgebied voor de rupsenetende vogels.
Let wel: de afgelopen paar jaar is het de gewoonte geworden om zware takken af te zagen, vaak al wel 20 jaar oud. Het kost de boom veel energie om dit verlies te compenseren. De verminderde vitaliteit maakt de boom vatbaarder voor plaaginsecten, zoals de eikenprocessierups.
Ook de praktijk van het standaard verwijderen van alle struiken (uit de wegberm, singel of plantsoen) zou heroverwogen moeten worden. Ook zij bieden meer soorten de mogelijkheid om hun levenscyclus te voltooien en dus weer een breder aanbod aan voedsel voor rups- of vlinderpredatoren.
Het valt op dat grote oude eiken vaak minder te leiden hebben onder de eikenprocessierups dan jongere exemplaren. Daar zijn een paar mogelijke verklaringen voor die in combinatie een rol zouden kunnen spelen. Die oude eiken hebben brede takken die de stamvoet beschaduwen. Ze zijn vaker flink begroeid met klimop, die ook schaduw biedt. Door hun hoogte hebben de oude eiken een grote bladmassa die het zonlicht tegen houdt en daardoor ook koelt. Bij jongere bomen is vaak zo’n groot deel van de zware takken weggesnoeid dat de stamvoet in de zon staat en het resterende deel van de takken onvoldoende beschutting biedt.
Bedenk dat de eikenprocessierups veel minder in eiken voorkomt die in een gesloten bos staan dan in hoog opgesnoeide eiken langs een perceel of een weg. Ook eiken die omringd worden door een struweelrand, hebben minder rupsen.
Voorkom bodemverdichting
Voorkom verharding onder de (kroonprojectie van de) boom. Niet parkeren onder de boom, niet met zwaar materieel rijden onder de boom, geen materiaalopslag. Voorkom ook dat vee bij elkaar gepakt onder de boom gaat staan door de boom voldoende ruim uit te rasteren. Anders raakt de groeiplaats verdicht en overbemest.
Verbeter het leefgebied voor rupsenetende vogels
Natuurlijk nestkastjes voor koolmezen helpen, maar één aan elke boom is te veel van het goede. Eén nestkast per 100 meter is prima. Maar denk ook aan nestgelegenheid voor kauwen, die inmiddels de rupsen ontdekt hebben. Ook het laten staan van boomstammen kan voor extra nestgelegenheid zorgen. Vaak zitten er diverse oude spechtengaten in en dergelijk holen zijn geliefd bij allerlei holenbroeders en als slaapplaats voor vleermuizen.
Naast specifieke soort- en locatiegebonden maatregelen is het terugdringen van de milieustress van groot belang. Veel eiken zijn minder vitaal vanwege verdroging en hoge stikstofdepositie. Dat maakt ze ook gevoeliger voor de eikenprocessierups.
Tegengaan verdere verdroging
Door de steeds intensievere ontwatering treedt verdroging op. In combinatie met de grote neerslagtekorten van de afgelopen 1,5 jaar levert ook dat extra stress op. De bomen hebben minder blad, vormen minder hout en het herstelvermogen na vraat (rupsen) en/of schimmelaantastingen neemt daardoor ook af.
Terugbrengen ammoniakdepositie
Veel eiken hebben last van de voortdurende overbelasting met stikstof. Hierdoor treedt een verder verzuring van de bodem op, sterven mycorrhizaschimmels, waardoor de vitaliteit van de eiken afneemt. De bomen worden vervolgens extra gevoelig voor andere plaagorganismen.
Mogelijke maatregelen bij herinrichting en herplant:
- Meer variatie in boomsoorten bij aanplanten. Afstappen van éénsoortige lanen en singels. Wel steeds lokaal inheemse soorten gebruiken, want daarmee verbetert de stabiliteit van het lokale ecosysteem. Bovendien wordt hierdoor de verspreiding van ziekten afgeremd en wanneer ze toch toeslaan is het effect beperkt;
- (Bij herplant van de bomen in de oude houtwallen en singels in Vorden hebben wij dit ook geadviseerd en is dit ook zo uitgevoerd);
- Het valt te overwegen om ook actief inheemse struiken bij te planten in wegbermen om zo sneller beschaduwde stamvoeten te krijgen en het systeem te versterken.
-
Dick van Hoffen